6/16

“De bibliotheek geeft iedereen dezelfde kans om bij iets moois te zijn”

Cecile Steenwijk is de nieuwe programmamaker van KopGroep Bibliotheken. Sinds april 2023 zet zij zich in voor een goed gevulde activiteitenagenda, met de nadruk op goed. “Als bibliotheek kun je oneindig veel en oneindig breed programmeren. Het is een leuke uitdaging de juiste dingen te kiezen en die zo goed mogelijk te doen.”

Ze heeft ervaring. Cecile werkte eerder als programmamaker voor een bibliotheek in het land. Dat scheelde, want er was veel te doen. “Toen ik kwam was mijn voorganger al even weg. Ze had flink vooruitgewerkt en de lopende zaken waren overgenomen, maar ontwikkeling had een tijdje stil gelegen.” Ze begon met de Poëziefoon. Samen met het team zorgde ze ervoor dat in de hal van School 7 een ouderwetse draaischijftelefoon werd geplaatst in één van de nissen. Ooit de toiletten van de school. Wie een nummer draait, hoort een gedicht, waaronder van stadsdichter Yanaika Zomer. Een op maat gemaakt instructiegedicht werd besteld, vormgegeven en op tijd op de muur geplaatst. “In diezelfde periode stond ook mijn eerste lezing al gepland. Ilja Leonard Pfeijffer zou langskomen om zijn nieuwe boek te promoten. De schrijver wilde graag geïnterviewd worden. Ik ben dus gauw aan de slag gegaan met de organisatie, maar ook met voorbereiden op het interview. Het ging goed, gelukkig. Dat moment voelde wel als een mijlpaal. Ik was nieuw, er was meteen veel te doen, maar het was allemaal goed gekomen.” Ze lacht: “Toen had ik er wel vertrouwen in dat ik mocht blijven.”

Balans

Sindsdien heeft Cecile haar plek inderdaad helemaal gevonden. “Ik krijg hier de ruimte om echt een mooie programmering neer te zetten. Dat komt mede omdat andere partijen hier ook graag iets willen doen. Toen ik begon in april, stond mijn mailbox al vol met doorgestuurde berichten uit de infomail, wachtend tot mijn komst. Ik ben gewend dat je moet werven, maar dit waren allemaal mensen die bij ons een mooi podium zien.”

Er zijn dus nogal wat mogelijkheden. Hoe kiest ze? “Ik hanteer in elk geval de ongeschreven regel dat het op een of andere manier aan moet sluiten bij de collectie. De bibliotheek is een heel brede maatschappelijke organisatie, dus er is voor veel onderwerpen best wat te zeggen. Maar er zijn activiteiten die ook op een andere plek goed tot hun recht komen. Als ik daarin keuzes maak, kunnen we onze uren, mensen en kennis inzetten om de activiteiten die we wel doen écht goed neer te zetten.” Dat betekent de ene keer een volle zaal voor Ilja Leonard Pfeiffer, maar ook wel eens een minder goed gevulde zaal voor bijvoorbeeld Herien Wensink. “Dat was een prachtige lezing. Zij had een boek geschreven naar aanleiding van een briefwisseling tussen haar moeder en een jonge soldaat. Zo’n mooi verhaal. Heel indrukwekkend. Na afloop zeiden mensen: ‘Wat jammer dat de zaal niet vol was’, maar eigenlijk ben ik vooral blij met de impact die het programma had. Ik hoop dan dat die mensen het geluk voelen dat zíj er wél bij waren. Andersom vind ik het ook fijn om voor een grote schrijver niet uit te wijken naar een grotere zaal. Het is juist mooi dat iedereen de kans heeft om met een kleine groep mensen bij een bijzondere lezing te zijn. Dat maakt het exclusief.”

Balans is het toverwoord. Grote namen, minder bekende schrijvers, mooie lezingen over kunst en geschiedenis, activiteiten voor kinderen en jongeren en samenwerkingen met lokale partijen. “Dat lokale vind ik wel heel belangrijk en ik moet zeggen dat de bereidheid om met ons samen te werken me heel erg geholpen heeft. Ik kom van buiten de stad, maar met die volle mailbox, begon ik meteen aan het bouwen van een netwerk in deze regio.”

Cecile kijkt terug op een bewogen, maar goede start. “Er kwam natuurlijk veel op me af, maar de programmering zat op zich al mooi in elkaar. Dat scheelde veel. Inmiddels kan ik langzaam ruimte maken voor ontwikkeling. Ik wil de komende tijd graag meer structuur aanbrengen. Zo’n ongeschreven regel over aansluiting bij de collectie is er één die verder uitgedacht moet worden, net als de verbinding met onze andere domeinen. Ik ben in gesprek met Probiblio om daarvoor een plan op te stellen.” En ze heeft wensen. “Niet in alle gemeenten is evenveel budget beschikbaar voor de bibliotheek. Dat betekent dat we niet overal een uitgebreide programmering neer kunnen zetten. Ik wil graag bekijken hoe we ook de inwoners van die gemeenten iets kunnen bieden.”